Nieuws

“Geen volgepakt, maar een volgeplakt Thialf.”

Nauwelijks is het te merken, maar Patrick Roest rijdt zijn vijf kilometer tot vier rondes voor het einde onder het schema van zijn baanrecord. Normaal gesproken zou Thialf uit z’n dak gaan, Roest naar een toptijd willen schreeuwen. Maar het blijft vrijdagmiddag stil in de hal.

Alleen een handjevol juryleden kijkt toe, grote posters met foto’s van schaatskampioenen doen de staantribunes in de bochten er iets minder leeg uitzien. Ze hebben nog een functie ook, want toen Ireen Wüst zichzelf en het aantal Nederlandse titels zag, dacht ze: ‘goh, dat had ik niet geweten’. “Het was een goede wake-up call.”

Geen volgepakt, maar een volgeplakt Thialf

De ambiance mag soms misschien doen denken aan een trainingswedstrijd, er staan wel degelijk Nederlandse titels op het spel. Het verschil met de vorige editie van de NK afstanden, eind vorig jaar tussen Kerst en Oud en Nieuw, is het verschil tussen pre-corona en een tijd mét corona. Thialf is niet meer volgepakt, maar volgeplakt. Pijlen en stickers met maatregelen moeten zorgen voor een veilig toernooi.

Het vorige schaatsseizoen was net afgelopen toen de coronapandemie de wereld in zijn greep kreeg. Het virus is niet weg, maar het nieuwe seizoen is wel begonnen. Dat het jammer is om zonder publiek te moeten schaatsen, daar hoor je de rijders nauwelijks over. Dat er überhaupt kan worden geschaatst, daar gaat het om.

 

Werkwijze

Bijna iedereen in Thialf moet zijn werkwijze een beetje aanpassen. De cameramannen op het middenterrein kunnen niet meer tussen de schaatsers door lopen, maar een camerakarretje tussen het middenterrein en de baan biedt uitkomst.

Het viel Jorien ter Mors ook op, voor ze de Nederlandse titel op de 1.500 meter pakte. “Ik ben normaal niet bezig met waar de camera’s staan, maar nu zwaaide ik toch even. Het is de enige manier om iets voor het publiek te doen, om de mensen te bereiken. Ik deed het bijna onbewust, maar ik dacht: toch even zwaaien.”

Dat er dit weekend kan worden geschaatst, komt mede dankzij de inspanningen van marketingbureau House of Sports. “Vanaf april hebben we continu nagedacht over allerlei scenario’s voor de nationale en internationale kalender”, zegt Patrick Wouters van den Oudenweijer.

Een plan om in Heerenveen een schaatsbubbel te creëren voor meerdere wereldbekers haalde het niet, maar in de laatste maanden van 2020 staan er voorlopig wel vier nationale toernooien op de kalender.

Spanning voor persconferenties

Alles op voorwaarde dat de overheid het stoplicht op groen houdt. Wouters van den Oudenweijer: “Ook wij zijn elke keer gespannen welke maatregelen er gelden, de komende persconferentie is ook weer spannend. We proberen op een zorgvuldige manier voor te sorteren op wat er wel kan.”

Hoe anders het er in Thialf ook aan toe gaat vergeleken met het oude normaal, door de bijna lege hal klinkt ook dit keer de stem van speaker Geert Kuiper. Hij stelt alle rijders voor en roept als vanouds tussentijden en eindtijden om.

Hoewel, helemaal als vanouds is het niet. “Het is ietsje bedeesder allemaal. Normaal krijg je een reactie van het publiek, maar ik neem niet aan dat mensen thuis van de bank opspringen als ze een naam horen.”

 

Testcase

De hoop op internationale wedstrijden na Oud en Nieuw heeft Wouters van den Oudenweijer nog niet opgegeven. “Ik denk dat het voor de ISU ook een heel belangrijke testcase is. Zij zullen met bovengemiddelde belangstelling kijken naar hoe het er hier aan toe gaat. We zijn nog met ze in gesprek over wat er in het tweede deel van het seizoen kan.”

Bron: NOS Sport